Nieuws en artikelen

4 november 2015

Drie lessen uit Limburg

Langs de glooiende oevers van de Maas in Limburg staan talrijke monumenten. Veel dorpen in dit gebied hebben met bevolkingsdaling te maken, waardoor het soms moeilijk is om erfgoed te onderhouden en benutten voor het dorp. Toch zijn er opvallend veel initiatieven van burgers en ondernemers rondom beeldbepalende gebouwen. Drie sleutels voor succesvolle burgerinitiatieven rondom erfgoed in krimpregio’s volgens Limburgse initiatiefnemers.

Door Daphne Koenders

In Kessel staat een bijzonder kasteel: De Keverberg. Dit kasteel was jarenlang een ruïne, maar is door een groep bewoners opgeknapt. Het vormde op 27 oktober het decor van de workshop over erfgoed en burgerinitiatief. De middag werd georganiseerd door masterstudent aan de Wageningen Universiteit Karim van Knippenberg, in samenwerking met de Vereniging voor Kleine Kernen Limburg (VVKL), Alterra (Wageningen Universiteit) en RUIMTEVOLK.

Karim van Knippenberg bracht voor zijn stage bij de VVKL verschillende burgerinitiatieven rondom erfgoed in Limburg in kaart. Hij signaleerde dat er kennisvragen waren die hij in samenwerking met verschillende partners naar voren wilde brengen in een workshop, daarom stond deze middag de uitwisseling tussen initiatiefnemers centraal.

Kasteel de Keverberg diende niet alleen als decor, maar ook als voedingsbodem voor de workshop. Initiatiefnemer Har Timmermans vertelde over het proces dat het burgerinitiatief heeft doorlopen. Het monument is niet in oude glorie hersteld, maar heeft bovenop de oude basis van kalksteen een constructie van staal en glas gekregen. Een maand geleden werd het kasteel geopend en het fungeert meteen weer als een centrale locatie in het dorp voor feesten en partijen, maar zeker ook voor zakelijke ontmoetingen en vandaag zelfs voor een begrafenis.

Kasteel de Keverberg in Kessel. Foto: RUIMTEVOLK

Kasteel de Keverberg in Kessel. Foto: RUIMTEVOLK

Drie Limburgse lessen

Ook andere initiatiefnemers deelden hun ervaringen met het erfgoed, de overheid en het creëren van draagvlak in hun omgeving. Uit de Limburgse verhalen en voorbeelden zijn drie lessen te trekken voor initiatieven rondom erfgoed:

1. Het begint met een goed verhaal

Het verhaal, de framing, de cultuurhistorische inbedding, het concept. Het is maar net hoe je het noemen wilt, maar volgens de initiatiefnemers is het cruciaal dat de plannen passen in de context van de historie van het gebied en de identiteit van het dorp. Vaak vinden mensen erfgoed ook belangrijk als zichtbare vorm van historie en vanwege de verhalen eromheen die de identiteit van het gebied vormen. Vanuit hier begint de betrokkenheid om meer inwoners rondom het initiatief te verzamelen. Zo is kasteel de Keverberg al sinds de middeleeuwen onlosmakelijk verbonden met Kessel en proberen bewoners al sinds het werd opgeblazen door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog geld te organiseren om het kasteel weer op te knappen. Logisch dat een initiatief rondom zo’n verhaal breed wordt gedragen in het dorp.

2. Een succesvol initiatief opereert zelden alleen

Een kenmerk van de succesvolle initiatieven rondom erfgoed in Limburg is dat de initiatiefnemers zelden alleen opereren, maar ingebed zijn in een breed netwerk van bewoners, andere initiatiefnemers, ondernemers en de politiek. Dit zorgt samen met ‘het verhaal’ voor een breed draagvlak. Een goed verhaal zorgt voor draagvlak, wat bijdraagt aan het vormen van zo’n netwerk. Het netwerk rondom initiatiefnemers zorgt er ook voor dat de politiek makkelijker gemobiliseerd wordt. “Dat is belangrijk, zeker als je als ondernemer of in de lokale politiek bekend staat als iemand met een bepaalde mentaliteit of kleur”, aldus een van de aanwezigen. “Dan gaan de andere partijen je plannen nooit steunen. Als het plan gedragen wordt door bijna de hele gemeenschap, dan kunnen ze er niet omheen.”

3. Partnerschap met de overheid

Initiatiefnemers zijn bijna altijd in zekere mate afhankelijk van de overheid. “Op het gebied van geld, ruimte en regels”, licht Bas Breman van Alterra toe. “Maar zo’n samenwerking met de overheid kan op verschillende manieren: vanuit burgerparticipatie of vanuit co-creatie” De co-creatievorm is een vorm die vaker voorkomt nu het burgerinitiatief steeds serieuzer wordt bejegend. Dat blijkt ook uit de eerste editie van het kennisprogramma Van Onderop! waar wordt gepleit voor een ‘nieuwe zakelijkheid’, waarin niet alleen de initiatiefnemer maar ook de overheid zich zakelijk opstelt door bijvoorbeeld mee te investeren wanneer een initiatief het algemeen belang dient.

Initiatiefnemers spreken met elkaar over de succesfactoren voor burgerinitiatieven. Foto: RUIMTEVOLK

Initiatiefnemers spreken met elkaar over de succesfactoren voor burgerinitiatieven. Foto: RUIMTEVOLK

De succesfactoren die de Limburgse initiatiefnemers definiëren komen overeen met de bevindingen van Bas Breman van Alterra en masterstudent Karim van Knippenberg, die een presentatie hield over toekomstbestendige burgerinitiatieven. Ook de conclusies van de eerste editie van het kennisprogramma sluiten hierbij aan. De conclusie van de middag is dat erfgoed leeft en de initiatiefnemers over het algemeen goed weten hoe ze ermee om moeten gaan in de context van krimp. Toch blijven er naast succesfactoren ook nog altijd veel vragen over, bijvoorbeeld over financiering en de samenwerking met de overheid. Deze vragen worden meegenomen in het kennisprogramma Van Onderop!.