Nieuws en artikelen
4 mei 2014
Achterhoekse initiatiefnemers zetten hun project op scherp
Een mix van Achterhoekse energie en kennis en ervaringen van elders boog zich in het tweede Dorpenlab over een aantal initiatieven in de Achterhoek. De lokale woningmarkt, businessmodellen en het bouwen aan draagvlak en ‘modern naoberschap’ passeerden de revue. De casussen werden op scherp gezet, deelnemers gaven elkaar feedback en tips en contacten werden uitgewisseld. Als één ding duidelijk werd uit de dag brainstormen is het wel dat je als initiatiefnemer moet denken in proposities en draagvlak. Voor wie is dit een probleem en welk wenkend perspectief geef ik mee?
Door Elly van der Klauw
In het verlaten stadskantoor van Lochem organiseerde RUIMTEVOLK in samenwerking met Tanja Abbas namens Achterhoek2020 onder de noemer Dorpenlab een werkdag met initiatiefnemers, specialisten uit verschillende disciplines en ervaringsdeskundigen van elders. Dat is de formule van het Dorpenlab: het uitwisselen van kennis en ervaring uit het hele land om lokale projecten een stap verder te brengen. Centraal stonden de thema’s modern naoberschap in uitvoering, de bestaande woningvoorraad en leegstaande gebouwen. De casussen waren:
– BS22, een werkplaats in Groenlo waar plannen gesmeed worden om Groenlo prettiger te maken;
– Lochem3punt0, een initiatief van ondernemers om gemeente Lochem als toeristische bestemming weer op de kaart te zetten;
– de Dorpscontactpersonen, een initiatief van Vereniging Kleine Kernen Gelderland om in een dorp een kartrekker en verbinder actief te hebben die ideeën helpt omzetten in acties;
– Jong Achterhoek zoekt woonruimte;
– collectieve ontwikkeling van nieuwe (huur)woningen in leegstaande karakteristieke boerderijen en
– de herbestemming van de binnenkort te sluiten gevangenis De Kruisberg in Doetinchem.
Het echte probleem
In de Achterhoek komen net als in veel plattelandsregio’s steeds meer agrarische gebouwen vrij en blijven deze vaak lange tijd leegstaan. Vaak hebben ze een belangrijke cultuurhistorische waarde. De Vereniging Kleine Kernen Gelderland startte samen met de negen buurtschappen rond Winterswijk een project om jongeren en senioren te interesseren om samen deze boerderijen om te bouwen naar nieuwe woon- en werkruimtes. Probleem: het is moeilijk om een boerderij te vinden waar de eigenaar wil meewerken en om een groep te vinden die de schouders er onder wil zetten. Bovendien wil de overheid op veel plekken niet meerwerken met het transformeren van vrijkomende agrarische bebouwing in woningen. Er is immers sprake van een overschot aan woningbouwplannen.
Jong Achterhoek worstelt met een soortgelijke vraag. Uit de debatten en dialoogtafels met jongeren komt steeds naar voren dat het voor jongeren en starters moeilijk is om een woning te vinden, zodat ze ‘noodgedwongen’ vertrekken. Jong Achterhoek werd gevraagd om een plan voor starters te maken.
De casussen werden door specialisten van elders en regionale deskundigen van de Rabobank en woningcorporatie deskundig afgepeld. Allereerst was er een discussie over de probleemstelling met betrekking tot de kansen van jongeren op de woningmarkt. Want wat is het probleem voor jongeren en starters nu precies? Er zijn in de Achterhoek immers veel betaalbare koopwoningen en sociale huurwoningen beschikbaar. Is het eigenlijke probleem niet dat jongeren ook kritisch zijn en niet willen wonen en investeren waar leegstand is? Of dat er simpelweg een gat gaapt tussen de verwachtingen van starters en wat voor hen financieel realistisch is? Deze kritische vragen bevestigden Janneke Rutgers van Jong Achterhoek in haar vermoedens die ze gaandeweg het project kreeg. Meer scherpte zal het project en uiteindelijk de jongeren ten goede komen.
Ze kreeg van de deelnemers ook verschillende nieuwe ideeën mee. Bijvoorbeeld dat focus en een kleinschalige, lokale aanpak de beste kansen op succes bieden. Jouke de Jong heeft in het Groningse Finsterwolde ervaring opgedaan met de Wooncarrousel. Zijn aanpak: inventariseer eerst eens in een dorp op huishoudensniveau goed wat de woonwensen zijn van alle inwoners. Misschien zijn er ouderen die kleiner willen wonen, iemand die naar een ander dorp wil en jonge gezinnen die wat groter willen. Op die manier krijg je een realistischer beeld van aanbod en vraag en kan een ‘woontreintje’ worden samengesteld, zonder gelijk met nieuwe woningen of woningaanpassingen te komen. Een soortgelijk advies voor het boerderijenproject: ga met de boerderijeigenaren in gesprek voor ze hun boerderij te koop aanbieden. Betrek ze intensief bij het proces.
Interessant voor wie?
Leegkomend vastgoed van een iets andere orde is de penitentiaire inrichting De Kruisberg bij Doetinchem. Een monumentaal hoofdgebouw, een aantal bijgebouwen en 17 hectare (!) bosgrond komen al voor de zomer vrij. De Rijksgebouwendienst probeert dit te verkopen. Tanja Abbas en twee kompanen zien hier een mogelijkheid in voor een nieuw verhaal in een regionale en historische context. Wellicht iets met slow food, ambachten, duurzaamheid. Een middelbare school heeft interesse in een deel van de gebouwen, wellicht ook andere partijen. Maar hoe te beginnen? Klein beginnen of juist een uitnodigend totaal plan maken? Kiezen voor een overname of het complex organisch met de eigenaar ontwikkelen? Hoe richt je überhaupt een exploitatie voor zo’n groot complex in?
Ook hier helpen de experts van elders het vraagstuk uit elkaar te rafelen. ‘Neem de tijd en besef dat je als lokale ideeën- en programmamakers een hele interessante partner bent voor de vastgoedeigenaar’ geeft adviseur Pieter Buisman mee. ‘Dat doet ook iets met je onderhandelingspositie’ voegt hij toe. Martin Cnossen van stichting DBF voorziet dat voor een transformatie of hergebruik van een dergelijk complex in deze tijd en op deze plek door eigenaar, overheid of maatschappelijke partijen eerder geld toegelegd zal moeten worden. ‘Eén euro neerleggen voor zo’n gigantisch complex klinkt misschien weinig, maar kan vanwege de hoge exploitatie en onderhoudskosten wel eens een heel dure aankoop worden.’ De brainstorm leverde ook andere vragen en suggesties op. Zijn er bijvoorbeeld geen grote bedrijven en instellingen op het gebied van voedsel, die hun naam aan je idee willen verbinden? Hoe sta je tegenover commerciële partijen die (een deel van) de ontwikkeling zouden willen overnemen? Tijdens de brainstorm werden verschillende suggesties gedaan en namen genoemd van partijen die mogelijk geinteresseerd zouden kunnen zijn in een dergelijk ontwikkeling.
Bij Lochem3punt0 gaven de initiatiefnemers aan graag alle kernen in de gemeente Lochem, en activiteiten die daar worden georganiseerd, te willen betrekken bij het initiatief om de gemeente weer een toeristische trekpleister te maken. Samen staan de ondernemers immers sterker. Ook hier werd de vraag gesteld wat de ondernemers in de andere kernen daar dan aan hebben. Is het probleem dat de ondernemers in stad Lochem hebben – dalende bezoekersaantallen en dalende omzet – ook het probleem van ondernemers in de andere kernen? Een eerste stap zou voor hen zijn om sleutelfiguren uit de dorpen te betrekken bij het initiatief om dit initiatief, wellicht met een andere naam, ook voor hen echt relevant te maken. ‘En zorg dat je de tekst op Wikipedia verandert! Toen ik gisteravond even Lochem opzocht was het eerste wat ik las: voormalige toeristische trekpleister’, stelt Aster van Tilburg van Voorjebuurt . ‘Dat helpt niet als je mensen van buiten wilt trekken.’
De werkgroep heeft ondertussen in de stad zelf een aardige voet aan de grond, zo mogen ze met de VVV een infowinkel in het stadshuis inrichten. Een concreet eerste resultaat waarmee ook nieuwe betrokkenen kunnen worden geworven.
Marketing
Klein beginnen en de successen communiceren. Dat is een van de suggesties die vanuit de deelnemers komen. Zo kan je steeds meer mensen enthousiast maken voor je initiatief. BS22 kan zo al bogen op een aantal kleine successen. En misschien kunnen activiteiten van initiatiefnemer Linda Commandeur die ook bijdragen aan een prettiger Groenlo, maar niet direct onder de vlag van BS22 vallen als successen van BS22 worden meegerekend. Met meer successen kan je meer mensen betrokken krijgen. Tips vanuit de deelnemers waren: zoek zo snel mogelijk een breder draagvlak. In iedere kern moet je een ambassadeur vinden en ook leefbaarheid er bij betrekken. Peter van Heek van de Vereniging Kleine Kernen in Gelderland wil wel bemiddelen, soms kan dat ook via hun dorpscontactpersonen.
Draagvlak is ook voor de Dorpscontactpersonen van belang. Momenteel kan dankzij inzet van Vereniging Kleine Kernen Gelderland voor een dorpscontactpersoon bij Provincie Gelderland een bijdrage worden gevraagd, voor acht uur per week en voor de duur van maximaal twee jaar. André Menting is zo’n contactpersoon in Meddo. ‘Ik deed en ik doe al veel in Meddo, maar dit is een steuntje in de rug en geeft me ook status. Bij André moet je zijn, zeggen zowel inwoners als gemeente.’ In Espelo betaalt een zorgverzekeraar inmiddels mee aan de contactpersoon omdat deze bemiddelt in zorgvragen vanuit bewoners waardoor het beroep op kostbare zorg sterk is teruggelopen. Het loont dus om deze successen zichtbaar te maken.
Hoe lang vrijwilliger?
De werkgroep Lochem3.0, de mensen van BS22 uit Groenlo en van de dorpsvereniging Zieuwent steken heel veel vrije tijd in hun projecten. Vraag is wel hoe lang ga je door en hoe veel tijd steek je er vrijwillig in om een initiatief van de grond te tillen. Linda Commandeur staat nu op zo’n punt. ‘De gemeente heeft ons een winkelpand midden in Groenlo ter beschikking gesteld, we organiseren activiteiten, we worden gewaardeerd als verbinder van mensen, bedrijven en organisaties. Maar kan ik er op deze manier wel een aantal dagen per week in blijven steken?’
Ook hier is het advies, verbreed je draagvlak. Aster van Tilburg: ‘Crowdfunding voor activiteiten levert je niet alleen wat geld op, maar die 400 mensen die een euro storten, betekenen ook 400 supporters voor je idee.’ Met die betrokkenheid en een duidelijke inzet voor gemeenschappelijke doelen zouden andere partijen als ondernemers of de gemeente ook makkelijker een bijdrage kunnen leveren. En zo kunnen de drijvende krachten achter de initiatieven er ook tijd in blijven steken.
Aan het eind van de dag vatten Tanja Abbas en Sjors de Vries van RUIMTEVOLK de lessen van het dorpenlab samen. ‘Het is belangrijk om te starten vanuit een juiste probleemdefinitie en dat je als initiatiefnemer denkt in proposities, maar ook continu rekening houdt met draagvlak en marketing van je project.’ Tanja: ‘Ik moet een duidelijk verhaal ontwikkelen en meer partijen en de inwoners van Doetinchem er bij betrekken, zodat het ook hun Kruisberg wordt.’ Op zak heeft ze ook kaartjes van experts uit het hele land. Waaronder de Achterhoekse Suzan te Brake, net afgestudeerd op leegkomend vastgoed en vastberaden haar kennis in te zetten voor initiatieven in de Achterhoek.
—
Meer foto’s van dit Dorpenlab zijn te vinden op Flickr.