Nieuws en artikelen

6 januari 2014

Als je het kunt dromen, kan je het doen

Maatschappelijk ondernemer Peter Broekmans heeft in Limburg een aantal leegstaande en beeldbepalende gebouwen nieuw leven ingeblazen met en voor de lokale gemeenschap. We vroegen Broekmans wat het geheim is achter zijn aanpak. Een verhaal over ondernemerschap, nieuwe samenwerkingen en financieringsmodellen. 

Door Judith Lekkerkerker (RUIMTEVOLK).

In de Bekkerie in de Boekend ontmoet ik Peter Broekmans, maatschappelijk ondernemer en medeoprichter van Rendiz. De Bekkerie is een bakkerij, lunchroom, bibliotheek en VVV-kantoor in één en wordt gerund door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hun begeleiders. Het is een van de vele projecten die Broekmans met Rendiz gerealiseerd heeft. En het is een van de projecten waar, met een combinatie van functies, nieuw leven is gegeven aan een leegstaand en beeldbepalend pand en waarde is gecreëerd voor de lokale gemeenschap.

Broekmans gelooft in de kracht van serendipiteit, toevallige ontmoetingen waaruit nieuwe samenwerkingen ontstaan. Hij werkte in de autobranche en was eigenaar van een aantal bedrijfspanden. Bij inschrijving werd hij in 2004 eigenaar van een al jaren leegstaande oude fabriek in Maasbree. Niet lang daarna ging hij naar een lezing van rasondernemer Hennie van der Most, die vertelde over zijn werkwijze: “Je hebt een pand en gaat vervolgens met de burgemeester praten om te achterhalen wat deze wenselijk acht.” Zo gezegd zo gedaan. Broekmans sprak met de burgemeester die vertelde over de bibliotheek die een nieuwe plek zocht. Broekmans sprak af met de bestuurder van de bibliotheek. Deze zag niet veel in een bibliotheek in de oude fabriek, maar was toevallig ook toezichthouder van de zorginstelling Daelzicht en die zochten een atelier voor activiteiten voor mensen met een beperking. Dat was het begin van vele samenwerkingen met verschillende zorgorganisaties.

_MG_3216lunchroom

De Bekkerie

Maatschappelijk en commercieel

De Fabriek in Maasbree is opgeknapt met mensen met een beperking. Unieke mensen noemt Broekmans ze. Nu herbergt het een atelier en een werkplaats voor unieke mensen, een dagvoorziening voor ouderen en een kinderdagopvang. Ook zijn er commerciële activiteiten. Kinderen kunnen in de Speelfabriek naar hartenlust spelen, terwijl hun ouders en grootouders een kopje koffie drinken in het horecagedeelte.

De Bekkerie, de locatie waar ik Broekmans spreek, kent een soortgelijk verhaal. Via via kwam hij in contact met Vivian Kersten. Zij wilde starten met een coachingsburo, onder andere voor mensen die een persoonsgebonden budget ontvangen. Samen richtten ze Rendiz op, waarbij coaching werd gekoppeld aan werkervaringsplekken. In De Bekkerie werd het eerste project gestart. Andere bedrijfjes opgezet door Rendiz, waar ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken, zijn een werkplaats waar meubels worden opgeknapt, een schoonmaakbedrijf, een broodjeszaak met sportgedeelte en dienstencentrum waar vraag en aanbod voor kleine diensten aan elkaar worden gekoppeld, een kinderboerderij die binnenkort wordt uitgebreid met een pannenkoekenhuis, een was- en strijkservice, een historische dagbestedingslocatie in een voormalige ringoven die ook ruimte biedt aan onderwijsactiviteiten van de er tegenovergelegen basisschool en het oude stationsgebouw van Horst-Sevenum waar nu een lunchroom en een bed-and-breakfast in is gevestigd.

De Speelfabriek in Maasbree.

De Speelfabriek in Maasbree.

Tussen de verschillende locaties en diensten zijn allerlei kruisverbanden georganiseerd. Zo kunnen werkende ouders die hun kind naar de kinderdagopvang brengen bijvoorbeeld gebruik maken van de was- en strijkservice. Toffe Dag, een evenementenbureau dat leuke dagjes en avondjes uit organiseert, helpt extra klandizie te genereren voor de verschillende horecagelegenheden van Rendiz. En ondertussen heeft Rendiz een eigen bouwteam.

Een bijzonder project is De Hei. Waar bij andere vastgoedprojecten Rendiz uit eigen beweging aan de slag gaat of door pandeigenaren wordt benaderd, werd Rendiz bij dit project door bewoners van het dorp Heide benaderd om hen te helpen een nieuw leven te geven aan de in onbruik geraakte school. Nu is het opnieuw het centrum van het dorp.

Bestendige businessmodellen

Rendiz werkt samen met verschillende zorgorganisaties en daarmee ook met financieringen die via die zorgorganisaties lopen. Ik vraag Broekmans of de hervormingen in de zorg zijn businessmodellen niet bedreigen. Hij vertelt me dat Rendiz ernaar streeft dat alle projecten voor maximaal vijftig procent gefinancierd worden met zorggelden en liefst nog minder. Als je dat vergelijkt met traditionele zorginstellingen die werken met honderd procent zorggelden is dat een wereld van verschil. Hij denkt dat bijvoorbeeld De Fabriek zelfs zonder zorggelden wel zal overleven.

Daarnaast werkt Rendiz veel met vrijwilligers. Er zijn er nu zo’n 100 actief. Ook de inzet van vrijwilligers maakt dat de businessmodellen kloppen. Vrijwilligers hebben via Rendiz de mogelijkheid om een zinvolle bijdrage te leveren aan het leven van mensen met een beperking en aan de voorzieningen in hun buurt. Broekmans ziet dat vrijwilligers heel betrokken zijn en dat er veel saamhorigheid is. Rendiz op haar beurt organiseert veel activiteiten voor vrijwilligers.

Ondernemer in zorg

Ik vraag Broekmans naar zijn samenwerking met zorgorganisaties en of hij niet als concurrent wordt gezien. “Het voordeel van de zorg,” zegt hij, “is dat ondernemerschap nu meer gestimuleerd wordt. Veel zorginstellingen huren locaties voor hun activiteiten. Tegelijkertijd willen ze met hun mensen de wijken in. Met onze projecten bieden we dat.” De manager van de eerste zorginstelling waar Rendiz een samenwerking mee aanging zag dat vanaf de eerste dag zitten. Nu heeft Rendiz zelfs samenwerkingen met zorgorganisaties waarbij medewerkers van zorginstellingen worden gedetacheerd bij de stichtingen onder Rendiz.

“Wat een zorginstelling inbrengt zijn deelnemers met een budget, wat wij inbrengen is ondernemerschap en het zien van kansen in de markt. Bijvoorbeeld een pannenkoekenhuis bij een kinderboerderij. In heel Venlo is geen pannenkoekenhuis.” De Fabriek is een succes. Unieke mensen met hun familie hebben zelf een keuze in waar ze willen werken, ze moeten zich er immers op hun plek voelen. Er waren er zoveel geïnteresseerd in De Fabriek dat er een wachtlijst is ontstaan. “Wat je dan ziet is dat als wij zorgorganisaties uitnodigen met de vraag of ze interesse hebben in ons project, ze nu vrijwel altijd geïnteresseerd zijn.

Financiering

Financiering organiseert Rendiz via banken. Voor De Fabriek en De Bekkerie was financiering makkelijk te organiseren, maar dat was voor de crisis. “Nu zie je dat banken terughoudend zijn, vastgoed is besmet. Bij de Ringoven, het historische pand tegenover de bassischool, vroeg ik met een gemeentegarantie financiering aan bij de Rabobank. Dat had haar kantoor naast de Ringoven staan, maar ik kreeg het niet.” Financiering vereist nu enige creativiteit. Zo huurt Rendiz het station van de NS en is de kinderboerderij in erfpacht met de opstallen geherfinancierd met gemeentegarantie. “Verder hebben we nu een oud-kredietanalist van de Rabobank gevraagd om aan de slag te gaan met het formuleren van alternatieven. Dat is bijvoorbeeld crowdfunding, een lokaal fonds waar mensen in investeren met een rendement van vier procent en waarmee ze tegelijkertijd maatschappelijke projecten ondersteunen. Die mensen zijn er.”

Samenwerking met de overheid

Wat volgens Broekmans kritiekpunten zijn in samenwerking met de overheid is dat de regering de bankiers de duimschroeven aandraait. “Dat maakt voor ons financiering erg lastig.” En daarnaast is er veel onduidelijkheid in de zorg, dat maakt de overheid een onbetrouwbare partner. Contracten met de gemeente lopen van jaar tot jaar. “We hebben eens een maand van tevoren te horen gekregen dat we geen nieuwe zorgklanten meer aan mochten nemen wegens bezuinigingen bij de gemeente.”

Verder werkt Rendiz goed samen met de gemeente. Het duurt soms lang, maar dat ligt niet aan de gemeente maar aan wettelijke procedures. “Zo moesten we bijvoorbeeld voor De Fabriek 17 verschillende vergunningen aanvragen. En er is nu weer een controle voor het één en dan weer een controle voor het ander. In drie weken tijd kregen we eens vijf controleurs over de vloer! Daarmee zijn wij veel tijd kwijt.” Maar de gemeente heeft er soms ook belang bij dat Rendiz een project ontwikkelt. Zoals het oude gemeentehuis in Horst, waarbij inwoners in opstand kwamen tegen sloop. Of de school in Heide, waarbij bewoners een nieuw leven voor het gebouw wilden.

Modus operandi

Gevraagd naar hoe Broekmans’ projecten beginnen vertelt hij mij dat nu vaak partijen aankloppen met de mededeling “We hebben een uitdaging”. Zorgorganisaties of de gemeente willen op een goedkopere manier zorg inkopen met dezelfde kwaliteit. Een woningcorporatie, een gemeente of een bewonersorganisatie hebben een leegstaand pand. Het actieve werkgebied van Rendiz is gelimiteerd tot Noord- en Midden-Limburg. Bij de uitdagingen in dit gebied kijkt Broekmans welke mogelijkheden er zijn en als hij goede kansen ziet wil hij er ook zelf in investeren. Daarnaast deelt Rendiz zijn creativiteit en ondernemerschap en kennis over financiering en marketing met excursies en presentaties of denken ze mee. Steeds vaker komen gemeenten, woningcorporaties en zorginstellingen langs om te horen hoe Rendiz werkt.

Gevraagd naar de toekomst, ziet Broekmans deze rooskleurig in als ook de visie van de banken weer wat bijdraait. De veranderingen in de zorg en de verdere vergrijzing zal de behoefte aan programma’s zoals hij realiseert alleen maar doen toenemen. Eigenlijk zou elke regio een Rendiz moeten hebben.

Meer informatie: www.rendiz.nl